Bij verwaaiing van wild komt een Drent idealiter tot voorstaan. Voorstaan is niet alleen ‘aanwijzen'; het is ook een poging het wild te doen ‘drukken', ‘vast te zetten'. Daarom is de Franse benaming 'chien d'arrêt' eigenlijk beter: de hond stopt het wild; hij ‘arresteert' het.
De Drent is ook een goed apporteur. Hij is vrij hard voor zichzelf (durft door struiken te gaan) maar zacht in de bek (beschadigt het wild niet bij het apporteren).
Alert, waaks , staat zijn mannetje wanneer er onraad is. De Drent heeft snel door wat "zijn" erf is (ook op vakantie) en is wat terughoudend tegenover vreemden.
De Drentsche Patrijshond is een fantastische huishond…Hij is graag bij "zijn" mensen en kan goed met kinderen omgaan. Ook andere huisdieren horen erbij.